Vandaag staat de jenaplandag op de planning. Om 09:00 is deze dag gestart bij Fletcher hotel Boschoord. Hier lees je de aantekeningen, verwonderingen en gedachtes die ik deze bijeenkomst heb opgedaan.
We zijn de dag gestart met een buitenactiviteit. Er werd een handje sneeuw gepakt en doorgegeven in de kring. Opdracht hierbij was: wat zie je? Na twee rondes vol beschrijvingen over sneeuw gaf Ingrid aan dat een opdracht als: 'teken nu eens sneeuw' veel concreter uitgewerkt kan worden dan dat deze opdracht beschreven zou zijn in de klas zonder de verwondering. Ik ben het zeker eens dat deze manier van werken, vanuit interesses die opgewekt worden door te kijken, beschrijven en vragen op te roepen over een voorwerp bijdragen aan een betere uitwerking van een bijpassende opdracht.
In deze bijeenkomst stont stamgroepwerk centraal. We hebben concepten bekeken die horen bij stamgroepwerk. De concepten die ik samen met Kirsten besproken heb zijn:
'De groepsmindmap (met alle vragen) is de onderlegger voor het werken aan een thema'.
Onze mening was dat dit niet de onderlegger moet zijn van een thema. Ik ben van mening dat ik als leerkracht, vanuit leerdoelen een basis aanbod vormgeef, waarbij de groepsmindmap een aanvulling is op deze basisaanpak. De groepsmindmap geeft voorkennis en interesses van leerlingen weer. Dit moet zeker een belangrijk onderdeel zijn van een thema. Tijdens de lessen die ik geef wordt deze mindmap uitgebreid en aangevuld. Zo is er sprake van een goede balans tussen kennis die ik als stamgroepleider belangrijk vind en interesses en ideeën die vanuit leerlingen komen.
Het tweede concept was:
'Alle groepen werken toe naar een presentatie'.
Wij waren het eens dat dit een belangrijk onderdeel is. Presenteren van kennis laat zien dat je de kennis eigen hebt gemaakt. Bij ons op school wordt hier aandacht aan geschonken in de kring en tijdens weeksluitingen. De vorm van presenteren is vrij veel hetzelfde. Door middel van een presentatie. In de kring varieert dit meer en wordt er ook gebruik gemaakt van mindmapping, liedjes, een observatiekring enzovoort.
Tijdens de bespreken kwamen er enkele vragen bij mij op. Er is een filmpje getoont waarin een groep te zien was die een thema ging voorbereiden. De stamgroepleider heeft leervragen geinventariseerd, met de groep geclusterd, en vervolgens deelgroepen gemaakt waarin de leerlingen de leervragen gingen uitzoeken. Wat doe je nu met de passieve leerlingen? Hoe kom je tegemoet aan alle interesses en hoe betrek je hier alle leerlingen in? Deze vragen neem ik mee voor de komende periode om antwoord op te krijgen.
Tijdens de bijeenkomst hebben we een periodeplan voor de middenbouw / bovenbouw besproken. Ik werd enorm enthousiast van dit format en de mogelijkheden die dit biedt. Veranderingen met de situatie die we nu hebben op school is dat het in een format is gegoten en daarmee steeds op dezelfde manier plaats gaat vinden. De voorbereiding van onze projecten de afgelopen jaren is niet naar mijn wens en behoeft nog veel aandacht. Eigenlijk werd er per groep een eigen project voorbereidt. Ik vind dat je met het leerteam (groep 5 t/m 8) samen moet kijken naar de voorbereiding van een project. Zo kun je doelen clusteren, samen een lijn uitzetten waarin meerdere stamgroepen aan hetzelfde onderwerp gaan werken. Zo gaat het leven in de school en wordt het een onderwerp dat leerlingen gaat inspireren omdat ze er in school steeds voor geprikkeld worden. Ik ga het bovenstaande format meenemen naar mijn leerteam en het komende project middels dit format voorbereiden. Vanuit mijn (nieuwe) rol als leerteamvoorzittter kan ik hier sturing aan geven op mijn basisschool. Ik ben zeer benieuwd naar de feedback die gaat komen vanuit mijn leerteam.
Hieruit voortvloeiend is 'de fiets van Jansen' behandeld.
De fiets van Jansen is een didactisch model dat leerkrachten helpt om leerlingen te betrekken bij het selecteren van de inhoud van het onderwijs. Het gaat uit van het principe dat leerlingen nieuwsgierig zijn en voorkennis hebben van specifieke onderwerpen.
Ik denk dat het belangrijk is dat je als leerkracht goed voor ogen hebt welke kennis er al aanwezig is. Zo kun je weloverwogen keuzes maken over inhoud die vanuit de voorkennis van leerlingen kan vloeien en kennis die a.d.h.v. een instructie aangeboden moet worden.
Reactie plaatsen
Reacties