Evaluatiemoment

Wanneer ik terugkijk naar de eerste cyclus kan ik enkele zaken concluderen. Ten eerste ben ik tevreden over de gekozen indeling van het portfolio. Het tabblad met de jenaplanessenties, het tabblad WO/project, het tabblad zelfreflectie/evaluatie en een tabblad voor eigen werk bleek een goede keuze te zijn wat betreft de indeling. Ik vind het ook mooi dat de kinderen met veel goede aanvullingen kwamen. Zo gaf de groep aan dat het wel handig was om een tabblad voor VO in te richten, want in groep 8 is dat belangrijk om te kunnen opbergen wat je allemaal leert en doet in de voorbereiding op het VO. Ook was er vanuit de groep behoefte aan een tabblad met toetsen. Hier kunnen de kinderen hun toetsen opbergen en nog eens terugkijken hoe ze bepaalde toetsen (verkeer, Engels, topografie bijvoorbeeld) hebben gemaakt. 

 

Over de jenaplanessenties ben ik ook tevreden. Ik vind het document dat ik heb gemaakt, met behulp van de website van Hetkan, een grafisch aantrekkelijk en voor kinderen overzichtelijk document waarin de doelen helder en duidelijk zijn omschreven. De opstart van dit document, met het invullen van de 0-meting was een goede keuze. Hierdoor kreeg ik een goed beeld hoe de kinderen zichzelf inschatten bij de verschillende jenaplanessenties. Voor de kinderen was dit een goed middel om bewust te worden wat de jenaplanessenties zijn. Zowel in de kringgesprekken als op het actieplanformulier daag ik kinderen steeds uit om kritisch te kijken naar de essenties en de link te leggen naar dat wat het voor hun betekent in de praktijk en in hun dagelijks leven. Waarom is deze vaardigheid nu handig om te beheersen? Een zeer zinvolle vraag waar het antwoord alle richtingen op kan, en dat is prima! Wat ik heb gemerkt is dat het wel veel vaardigheden zijn die omschreven worden. Een valkuil die hierbij op de loer ligt is dat het voor de kinderen onoverzichtelijk wordt, omdat het teveel is. Het mooie aan de keuzes die ik in mijn praktijkonderzoek heb gemaakt is dat ik keuzes durf te maken, en dat de kinderen keuzes mogen maken. Vanuit hun eigen intrinsieke motivatie werken ze aan de essentie die voor hen belangrijk en zinvol is. Dat is prachtig!

 

Ik heb de afgelopen weken gemerkt dat het werken met het portfolio prachtig is, maar ook lastig om in te delen in tijd. Reflecteren is een belangrijk element in het werken met portfolio's. Adema (2007) beschrijft in het theoretisch kader dat regelmatig reflecteren inzicht geeft in de gemaakte keuzes en perspectief bied op de route die vervolgens uitgestippeld kan worden. Ook Velthausz en Winters (2014) beschrijven het belang van doelbewust integreren in de dagelijkse praktijk. Dit blijkt nog niet zo gemakkelijk. Het mooie van de portfolio's is dat kinderen echt kunnen gaan werken aan hun eigen leerdoelen, en dat iedere leerling op zijn of haar eigen niveau ontwikkeling gaat doormaken. Het portfolio is een verzamelplek waar deze ontwikkeling zichtbaar wordt. Ik mis in de praktijk tijd om deze ontwikkeling met de kinderen te kunnen bekijken en bespreken. Om verdiepende vragen te stellen en met kinderen in gesprek te gaan over de keuzes die ze in hun portfolio maken. Om terug te kijken hoe het actieplanformulier nu loopt en of hier voldoende ontwikkeling in plaatsvindt (en waarom dit mogelijk niet zo is). Het vullen van het portfolio verloopt goed, het gesprek hierover moet een andere aanpak krijgen.

 

Wanneer ik kijk welke excutieve functies momenteel worden aangesproken en geoefend dan wil ik concluderen dat het werken met portfolio's ten goede komt aan het ontwikkelen van de excutieve functies. Ik licht de drie functies die ik gekozen had voor mijn praktijkonderzoek toe; plannen, organiseren en metacognitie.

Bij plannen wordt in het theoretisch kader omschreven dat het belangrijk is om kinderen te leren om een taak in kleinere subtaken te verdelen. Dit komt in de praktijk bijvoorbeeld mooi terug in het werken met het actieplanformulier. Hier leren kinderen om keuzes te maken, vooruit te blikken en daarbij na te denken over mogelijke problemen, en het plan uit te voeren/bij te stellen. In het theoretisch kader wordt omschreven dat het kind zoveel mogelijk bij het plannen betrokken dient te worden en dat een kind aangespoort kan/moet worden om aan te geven wat eerst moet gebeuren (prioriteren). Dit komt op het actieplanformulier en in de leergesprekken mooi terug.

Organiseren wordt doelbewust geoefend in het op orde houden van de portfolioklapper. Mooi verschil wat zichtbaar is bij kinderen is het laatje dat er heel anders uitziet. Vaak was het laatje een  verzamelplek van gemaakt werk, blaadjes waar aantekeningen op gemaakt werden enzovoort. Nu is het portfolio dat. Ik kan merken dat 90% van de kinderen veel sneller een document terug kan vinden als ik daar naar vraag. De overige 10% vindt het lastig om de portfolioklapper goed geordend te houden. Voor dit groepje kinderen is het belangrijk dat ik hier samen met hun aandacht aan schenk. Ze hebben moeite met deze vaardigheid en hebben ondersteuning nodig om dit overzichtelijk te houden.

De excutieve functie metacognitie wordt ook op het actieplanformulier en in leergesprekken doelbewust geoefend. Vragen die kinderen beantwoorden op het actieplanformulier zoals; 'wanneer ben ik tevreden' (een kind laten beschrijven hoe een voltooide taak er uit ziet) en 'hoe is het gegaan', 'waar ben je tevreden over?' (Leer kinderen om hun eigen prestaties te evalueren) zijn vragen die hier ondersteunend en helpend in zijn geweest.

 

Deze zaken ben ik tevreden over en ga ik tijdens cyclus 2 voortzetten:

- het gesprek in de kring over de portfolioklapper, waar een kind over verteld en een onderwerp uit het portfolio naar keuze presenteert. (dit mag wel nog vaker gebeuren, bijvoorbeeld iedere dag, of om de dag)

- het cyclisch werken met behulp van het actieplanformulier en daarachterliggend de jenaplanessenties met kinddoelen

- momenten waarbij kinderen elkaars portfolio bekijken en 'beoordelen' door hierover in gesprek te gaan. 

 

Dit wil ik tijdens cyclus 2 gaan aanpassen:

- Ik ga de groep verdelen in 4 'subgroepjes'. Iedere week komt 1 subgroepje aan de beurt om een (of meer) leergesprek(ken) mee te voeren. Op deze manier verminder ik het aantal kinderen per week waar ik een leergesprek mee wil voeren, maar blijf ik wel alle kinderen periodiek zien en spreken over hun voortgang. Indien er meer ruimte of tijd over is zal ik natuurlijk ook kijken welk kind mij 'nodig heeft' of welk kind ik graag ook nog spreek over het portfolio.

- Ik ga de kinderen op vrijdag hun klapper mee naar huis laten nemen om thuis in gesprek te gaan over 1 onderwerp uit de klapper naar keuze. Hiervan maakt het kind een  verslagje (in een vorm die ze zelf willen) zodat ik kan zien dat er gesprek heeft plaatsgevonden. Dit doe ik omdat ik merk dat ouders niet meer zo veel school binnenkomen. In het theoretisch kader wordt omschreven dat ook ouders een belangrijke rol hebben in het feedback geven op het leerproces. Ik wil met deze actie hieraan tegemoet komen.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb