Vandaag stond de tweede bijeenkomst van de opleiding op de agenda. Na een file en autorit van 1 uur en 35 minuten kwam ik weer aan op basisschool de Springplank in Teteringen. Hierbij mijn aantekeningen van de bijeenkomst.
De bijeenkomst van vandaag stond in het teken van de didactische grondhouding.
Cursussen:
Op een Jenaplanschool leren kinderen op twee manieren: via stamgroepwerk en door middel van cursussen. We spreken van korte en lange cursussen. Denk bij een korte cursus bijvoorbeeld aan 'hoe schijf je een brief'. Rekenen is een lange cursus, daar zit een hele opbouw in.
Cursussen zijn het meest effectief als zij in relatie staan met stamgroepwerk. Dat wat je in een cursus leert, kun je toepassen in stamgroepwerk. De stamgroepleider geeft die relatie ook aan.
De instructie van deze cursussen gebeurt in leergesprekken. Je bent echt in gesprek met de kinderen over hetgeen er geleerd moet worden. Je bent als stamgroepleider oprecht nieuwsgierig naar de vragen die kinderen hebben en hoe zij denken en handelen. In de praktijk denk ik dat er momenteel een disbalans is tussen de 'cursussen' en het stamgroepwerk bij mij op school. Ik denk dat er teveel vastgehouden wordt aan methodes en daarmee teveel 'losse lesjes' worden gegeven. Echter is het spannend en eng om methodes los te laten en over te gaan naar betekenisvol geintegreerd onderwijs. We gaan komend schooljaar onderzoek doen om de taalmethode te veranderen (lees los te laten) en dit meer te gaan integreren in betekenisvolle teksten. Ik denk dat dit goed past bij het jenaplanconcept omdat het leerlingen doelen leert in de context van situaties die ze in hun dagelijks leven meemaken (teksten).
Leergesprekken:
Leergesprekken zijn instructiemomenten, waarop jij samen met de stamgroep of een deel daarvan, (nieuwe) dingen behandelt. Leergesprekken zijn kort en effectief. Lange instructies zorgen er dikwijls voor dat de aandacht, betrokkenheid en motivatie van kinderen wegzakt.
Binnen het leergesprek vindt er een verschuiving plaats van leerkrachtgestuurde activiteiten naar leerlinggestuurde activiteiten (ik-wij-jullie-jij). Veel voordoen helpt, net als aansluiten bij wat de kinderen al weten. Je hebt kennis nodig van:
- verschillende instructiemodellen
- kennis van de lesinhoud (middelen, materialen, strategieën)
- kennis van de opbouw van de leerlijn
- kennis van jouw kinderen: waar hebben ze (precies) hulp bij nodig, wat kennen en kunnen zij al? Niet alleen op didactisch vlak, maar zeer zeker op pedagogisch. Als ik nadenk hoe ik bovenstaande toepas in mijn groep dan denk ik dat dit al goed geintegreerd is. Door gebruik te maken van EDI kom ik tegemoet aan het principe waarin ik eerst sturend ben en gelijdelijk de sturing bij leerlingen ga leggen (ik doe het voor, wij doen het samen, jullie doen het samen, jullie doen het zelf).
Na een leergesprek wordt er zelfstandig gewerkt. Dat kan direct een verwerking van het geleerde zijn, maar kinderen kunnen er ook voor kiezen eerst iets anders van hun weekplan af te maken. Soms kies jij voor een kind wat het moet doen, omdat dit kind dat nodig heeft. In de praktijk merk ik dat dit motiverend werkt, mits er gezorgd wordt voor duidelijkheid met behulp van een weekplan of weektaak. Voor sommige leerlingen kies ik ervoor om eerst de verwerking van het lesaanbod uit de instructie te verwerken, omdat dit nodig is voor deze leerling. Ik leg in een gesprek dan bijna altijd uit waarom dit nodig is. Soms laat ik leerlingen dit zelf ervaren en reflecteer ik achteraf hoe het gegaan is. Een leerling heeft tijdens het werken dan gemerkt dat het toch niet zo slim was om eerst iets anders te gaan doen, omdat de instructie inmiddels vergeten was.
Op een jenaplanschool mogen kinderen vaak samenwerken. Kinderen leren veel van elkaar. Toch is het ook belangrijk dat kinderen alleen leren werken en zelf oefenen of het hen lukt om te verwerken wat zij net bij jou geleerd hebben.
Ik heb in deze bijeenkomst meegenomen dat ik op school de volgende zaken wil onderzoeken:
- het werken met een ritmisch weekplan. Dit gebeurd nu nog niet op school en wil ik toch wel graag gaan inzetten. Ik ben hier kritisch op, omdat ik vind dat een kant en klaar weekplan leerlingen 'lui' kan maken. De stamgroepleider faciliteert mij toch wel... Echter denk ik dat het voor het overzicht en de ontwikkeling van leerlingen ook wel van toegevoegde waarde kan zijn. Ik werk nu met een digitaal evaluatieformulier (excel) dat leerlingen zelfstandig bijhouden en in werken. Dit is eigenlijk een weekplan, maar an ik beheer van de leerling zelf. Ik bespreek 3x per dag (voor iedere pauze) wat er in het evaluatieforulier mag komen te staan. Ik bied hiermee ruimte voor leerlingen om hun werk te structureren en een overzicht te krijgen wat nog moet en wat al af is. Ik ben tevreden over deze manier van werken, maar overweeg dit wel op papier te gaan doen. Zo kan het een plaatsje krijgen in bijvoorbeeld een portfolio en kunnen leerlingen nog beter zien wat de voortgang en ontwikkeling is.
-
Reactie plaatsen
Reacties