De derde bijeenkomst stond geheel in het teken van de gelukkige groep. In deze bijeenkomst hebben we het gehad over de pedagogische grondhouding, de gelukkige/ongelukkige groep en hoe je 'achter gedrag kunt kijken'. Lees hier meer over mijn bevindingen tijdens deze bijeenkomst.
Jenaplan is een pedagogische school. Relatie, competentie en autonomie.
Autonomie betekent de vrijheid om een activiteit naar eigen inzicht te kunnen uitvoeren.
Competentie: vertrouwen hebben in jezelf
Relatie: verbondenheid. Met elkaar en met de omgeving. Een positief klimaat waarin leerlingen vragen durven te stellen en durven te vertellen.
Welbevinden is hoe een kind zich voelt. Welbevinden onstaat als tegemoet gekomen wordt aan de basisbehoeften.
Een kind met een hoog welbevinden straalt innerlijke rust uit en kan genieten van dingen.
In deze bijeenkomst heb ik een goed, beter, best ingevuld van de pedagogische school. Hier kun je deze lijst vinden.
De volgende bevindingen heb ik hieruit kunnen halen:
Goed:
+ punt 4: omdat we elkaar goed kennen, weten we ook wat we aan elkaar hebben. We vertrouwen elkaar.
- punt 2: elke dag als kinderen de groepsruimte binnenkomen worden ze persoonlijk begroet. een hand, even persoonlijke aandacht of een praatje.
Beter:
+ je bent echt bezig vanuit het motto: je bent er voor de groep, je bent er voor de school.
- punt 19: in de blokperiode werken kinderen aan opdrachten, die de stamgroepleider heb heeft opgedrachten, maar er is voor iedereen veel tijd om ook zelfgekozen werk uit te voeren.
Best:
+ in onze stamgroep is er na de weekopening de planningskring. Dan is er uitgebreid de tijd om de week te plannen
- punt 28: er gebeurd van alles met de kinderen in de groep en in de grote wereld. Omdat we in de kringen veel over die dingen praten, zoeken we ook steeds thema’s uit waar we meer van willen weten.
Achter gedrag kijken:
Leren gaat niet vanzelf, dat gaat met vallen en opstaan. Ieder in zijn eigen tempo. Kinderen krijgen van thuis uit ook veel mee over het leven leren. Niet ieder kind heeft een veilige thuisbasis. Op school wordt dat soms ook duidelijk in gedrag (boos, agressief of juist stil en passief).
Het is goed om samen af te stemmen: hoe gaan wij met gedrag om? Hoe kijken wij daarna als Jenaplanschool?
En wat als het moeilijk wordt? En wat als het heel erg moeilijk wordt?
Dit onderwerp ' Achter gedrag kijken' en de technieken die daarin voorkomen, gelden voor heel veel kinderen en hun gedrag. Met deze technieken en inzichten proberen we de kinderen steeds in relatie met zichzelf en met de ander (jij, kinderen) te laten blijven, zodat vanuit daar groei kan plaatsvinden.
Soms zijn kinderen op een school echter al zo ontkoppelt van de stamgroep, school of thuis dat er andere hulp en afspraken nodig zijn. In het artikel over kijken achter gedrag worden de volgende hoofdpunten besproken:
Zichtbaar en onzichtbaar gedrag
Aandacht voor behoefte en emoties
Leren samenleven
Oprecht luisteren
Kinderen leren van wat jij doet
Ouders
Inleven
Willen begrijpen en terugkoppelen
Je wil echt weten wat er achter het gedrag ligt. Je laat het kind merken dat je dat echt wil weten en
dat je hoort en ziet wat het kind wil zeggen. Je begrijpt het kind en je koppelt begrip terug.
Je erkent het gevoel.
Steunzinnen kunnen zijn:
o Jij moet je wel heel....... voelen dat je dit doet
o Hij/zij moet wel iets vreselijks gedaan hebben dat ze dit verdient.
Accepteren
Het gevoel accepteren
Je accepteert het gevoel, ook al ben je het er niet mee eens.
Je maakt de keuze die het kind maakte om dit gevoel te uiten, bespreekbaar.
Het kind mag bij jou volledig zijn gevoel uiten en vertellen over zijn of haar keuzes van de wijze
waarop hij of zij het gevoel uitte.
Steunzinnen kunnen zijn:
o En dan gaan ze ook nog.... Tjee
o Oh ja, dat is ook vervelend/moeilijk
o Tuurlijk voel jij je dan ...............
o Dat is inderdaad heel ..............
o En dan voel je je helemaal zo .................
Kiezen
Het kind helpen opnieuw te kiezen
Je helpt het kind te kiezen hoe hij of zij een volgende keer....
• Zijn of haar gevoelens wil uiten
• Wil reageren
• Een oplossing kiest die hem of haar echt helpt
Hier kun je jouw boodschap geven: wat vind jij belangrijk dat het kind leert.
Steunzinnen kunnen zijn:
o Hoe zou jij de volgende keer willen reageren?
o Nu lukt het even niet om anders te doen. Wat wil jij de volgende keer doen?
o Ik heb ook een idee, wil je die weten?
o Sommige dingen moeten nou eenmaal gebeuren, hoe ga jij dat aanpakken?
samenvatting:
- oordeel uitstellen. Eerst echt luisteren.
- gedrag is een weerspiegeling van de omgeving om hun heen.
- de groep, de leerlingen (eerste pedagoog), een betrouwbare volwassenen (tweede pedagoog) en de groepsruimte (derde pedagoog).
Mijn bevindingen uit deze bijeenkomst:
De goed, beter, best heeft mij inzicht gegeven in de stand van zaken in mijn stamgroep. Ik heb mijzelf gerealiseerd dat niet alles wat op deze lijsten staat ook daadwerkelijk aanwezig is en hoeft te zijn. Wel heb ik keuzes gemaakt voor punten waar ik mee aan de slag zou willen omdat ik denk dat ze zinvol zijn en iets kunnen opleveren voor de groep en voor de leerlingen. Het persoonlijk begroeten als voorbeeld. Ik heb gelezen dat er 3 tot 4 persoonlijke contacten moeten zijn per dag om relatie te verbeteren. Wanneer je dit als stamgroepleider bij het begin van de dag doet, kun je even kijken hoe de leerling binnenkomt en heb je direct het eerste contactmoment gehad. Dat zijn twee vliegen in één klap!
Kijken achter gedrag vond ik zeer intressant in deze bijeenkomst. Ik merk in de dagelijkse praktijk (dus in mijn klaslokaal en op school) een verandering in gedrag bij leerlingen. Er is meer sprake van vrijheid, minder remming, een vermindering van focus en respect voor de omgeving. Dit alles lijkt ieder jaar weer in iets extremere vormen toe te nemen. Mijn stamgroep misschien wel de leukste en mooiste die ik tot nu toe op de Krullevaar heb gehad, maar toch voel ik deze vibe in school. Leerlingen groeien anders op en daarmee leren ze ook andere vaardigheden dan vroeger. Sociale media hebben grote invloed op het gedrag en functioneren van leerlingen. De tools die we besproken hebben in deze bijeenkomst hebben mij geleerd om steeds goed te kijken wat de situatie is. Eerst doorvragen, de situatie goed doorgronden en proberen te begrijpen om alvorens te kunnen kijken naar een oplossing. Kinderen die ons het meest nodig hebben, maken dat vaak op een onhandige manier duidelijk. Door boos of tegendraads te zijn of vervelende taal te gebruiken. Als jij hier negatief op reageert, zal het kind nog meer onmacht ervaren. Dit anker nodigt je uit achter het gedrag van kinderen te kijken en een onderscheid te maken tussen het gedrag en wat er achter het gedrag ligt. Dat je écht luistert en kijkt naar kinderen, je oordeel uitstelt en nieuwsgierig bent naar wat een kind drijft of wat er speelt.
Reactie plaatsen
Reacties